Wat natuur voor boeren betekende en hoe dat vanaf de 19e eeuw veranderde
De boeren en natuur staan volop in de aandacht. Het felle debat over de toekomstige koers van de landbouw vraagt om meerstemmigheid en nuance.
Eeuwenlang werkten boeren in de Noord-Brabantse Peel op dezelfde manier. Ze leefden met de natuur en bebouwden hun land met de middelen die ze hadden. In de negentiende eeuw kregen ze te maken met diverse veranderingen: industriële revolutie, landbouwcrises, kennisvermeerdering en technologische vernieuwingen. Woeste grond werd omgevormd tot agrarisch cultuurlandschap dat op steeds efficiëntere manier bebouwd kon worden.
Boeren, burgers en overheid keken nadien verschillend naar ‘natuur’. Bestond dat vooral uit woeste gronden, uit akkervelden of uit een heidelandschap met fiets- en wandelpaden voor het opkomend toerisme?
Een stem die we tot nu toe in de literatuur nauwelijks hebben gehoord, is die van de boeren zelf. Zij komen in dit boek zoveel mogelijk zelf aan het woord, met aandacht voor de grote onderlinge verschillen.